Het Volk Mag Niet Zingen

De koningin is jarig en viert haar privé-feestje samen met andere, door inteelt getekende creaturen van koninklijke komaf, of erger. Wij, het klootjesvolk, kunnen voor de afzettingen in onze stad alleen maar mopperen omdat we niet mee mogen doen. We mogen niet eens zingen voor Bea en dat is maar goed ook. Laten we eerlijk zijn; die zo aardig bedoelde aubade zou toch op stront uitgelopen zijn. Nederlanders kunnen nu eenmaal slecht zingen en in het beoogde repertoire zit ook weinig zegen. Een simpel lied als "Lang zal ze leven" met daar achter aan het onvermijdelijke "Zij leve hoog, zij leve hoog" kan nog, maar dan heb je het wel gehad qua oer-Hollandse verjaardagsliederen. Daarna gaat het toch algauw de lompe kant uit. Liedjes als "Een potje met vet" of "Hoeperdepoep zat op de stoep" zijn gezellige Hollandse meezingers maar passen nu eenmaal niet echt in het culturele referentiekader van Beatrix en Claus. Natuurlijk zijn er een hoop liedjes uit de oude doos die gezongen zouden kunnen worden, maar om een aubade te vullen met saaie zeikliederen als "Een karretje dat langs de zandweg reed" gaat veel te ver. Net als een potpourie van Nederlandstalige hits. Hoe mooi liedjes als "Ik heb eerbied voor jouw grijze haren" ook moge zijn; dit populistische gedoe hoort niet thuis in een aubade. Wel op het station van Apeldoorn en we hebben vanochtend kunnen zien dat Beatrix er best om kon lachen. Blijven de Hollandse heldenliederen over. "Piet Hein, Piet Hein, zijn naam is klein", "Hup Holland Hup" en "Wij houden van Oranje". Dat zou eventueel nog kunnen, en wellicht zou het koninklijk paar enkele regels meezingen, maar het ten gehore brengen van dit soort songs maakt, denk ik, toch hele andere gevoelens los in de Nederlander. Voor je het weet komen de sjaaltjes en de petjes tevoorschijn en duurt het niet lang voordat het keurige aubadekoor zichzelf verliest in liederen als "Wat zijn die Moffen stil, Wat zijn die Moffen stil". Dat zou nog eens een pijnlijk maar o zo leuk incident zijn. Vooral de onvermijdelijke kreet "Aanvalluh" zou de aubade een hele ander karakter kunnen geven. Moeten we het dus toch hebben van de twee verjaardagsliederen, en dan maar hopen dat er niet een lolligerd tussen de zangers zit die na het hoera-geroep vrolijk doorgaat met de ietwat a-sociale verjaardagskraker "Het gaat niet om de jarige maar om de vreterij". Een aubade van twee korte, vals gezongen liedjes stelt weinig voor. Gelukkig voelde onze vorstin de bui al hangen en bedankte vriendelijk doch resoluut voor de eer; zij heeft er zichzelf, maar vooral het volk een grote dienst mee bewezen.