Een paar jaar geleden zocht Arthur Umbgrove naar een noemer waarin hetgeen hij aan het doen was, te vangen was. Het werd cabarock, een term die sindsdien onlosmakelijk aan Umbgrove verbonden lijkt te zijn. 'Wat we eigenlijk wilden, was de verkeerde mensen uit de zaal weren. Een programma van mij is vooral muziek en af en toe een grap.' Umbgrove doelt daarbij op de mensen die hem kennen als stand up-comedian. Het leuke aan de door de tekstschrijver bedachte term is dat het geen vergaarbak geworden is van onduidelijke artiesten die via een liedje grappig willen zijn. Cabarock, zoals Umbgrove het maakt, is een volwassen genre. Dat blijkt niet alleen uit de songs van Umbgrove zelf, maar ook uit het succes van de Mooie Liedjesavonden die in de Amsterdamse comedy-tempel Toomlers gehouden worden. Daar kan Umbgrove zonder opsmuk zijn nummers voor een welwillend publiek ten gehore brengen. Daarnaast blijft hij zijn theaterprogramma spelen. De voorstelling van 100 Helden wijkt af van wat er op de cd staat. 'Ik zou niet alleen liedjes kunnen spelen. Er moet een golfbeweging in een programma zitten, dus vertel ik tussendoor mijn verhaal.'

Beelden

Met zijn tweede album 100 Helden heeft Arthur Umbgrove bewezen een goed tekstdichter te zijn die ook nog iets te vertellen heeft ook. Op de cd staan liedjes met soms zeer beeldende teksten. Een goed voorbeeld is zijn huidige hit Asielzoeker. Umbgrove schetst sec de situatie van een man in een asielzoekerscentrum, zonder een vinger te heffen en zonder een mening te geven. 'Ik schets de kleine details. Het grote gevoel daarachter kunnen de mensen er zelf wel uithalen.' Het nummer ontstond nadat Umbgrove een Iraanse asielzoeker bezocht had. Naast de uitzichtloosheid van de situatie waarin de man en zijn gezin verkeerden, werd de cabarocker ook getrofefn door de troosteloosheid van het bestaan in een azc. 'Die ontmoeting liet me niet meer los. We waren allebei midden dertig, hadden gestudeerd, alleen had hij de pech in het verkeerde land geboren te zijn. Het lot; dat was wat mij trof.'

Umbgrove heeft een broertje dod aan simpele liefdesliedjes. 'Ik schrijf over wat me bezighoudt. Maar mij houdt meer bezig dan de verloren liefde', zegt hij. Daarom zal 100 Helden bij veel mensen misschien wat rauw op hun dak vallen. 'Ik hoop trouwens niet dat de mensen alleen maar bezig zijn met de pathetiek van de verloren liefde.' Juist omdat veel Nederlandstalige nummers over de liefde gaan, is Umbgrove minder te spreken over het niveau van hetgeen er in het Nederlands gemaakt wordt. Blof noemt hij een goede uitzondering. Wie luistert naar de teksten van Arthur Umbgrove zal merken dat hij, naast het vermogen beeldend te schrijven, beschikt over een zeer goed ontwikkeld taalgevoel. Zijn teksten lopen. Hij hoeft geen capriolen uit te halen om de tekst in de muziek te krijgen. 'Ik schrijf bijna nooit een metrum. Eigenlijk is het heel bedrieglijk wat ik doe.' Umbgrove kan soms maanden aan een nummer werken, of eigenlijk werkt hij aan veel nummers tegelijk. 'Ik kan soms weken doen over een zin. Vaak is het zo dat er delen van de tekst af zijn en ik dan al ga beginnen met de muziek. Zo lokt de muziek weer tekst uit.'

Twijfel

De komende tijd is Arthur Umbgrove nog volop bezig in het theater. Over de toekomst daarna kan hij eigenlijk nog niet veel zeggen. Een eigen band vormen en daarmee de zalen af lopen, is wellicht een mogelijkheid, maar hij betwijfelt of het popcircuit iets voor hem is. 'Ik zou het best leuk vinden, maar een optreden is voor mij meer dan alleen muziek maken. En met een band in het theater spelen is weer iets heel anders. In een popzaal kunnen mensen meeswingen. In het theater ligt dat anders. Ik ben er daarom nog niet uit.' In ieder geval zal hij wel platen blijven maken. 'Het spelen op zich en het maken van nieuwe dingen is heerlijk. Dat is de leuke kant van het vak.' Umbgrove vindt het wel jammer dat hij naast muzikant en tekstschrijver ook de zakelijke kant van het artiestzijn moet onderhouden. Als je een plaat uitbrengt, gebeurt er nog veel meer. Dat is soms moeilijk. Ik moet overal bovenop zitten omdat ik er belang bij heb dat het goed komt.'

Di-Lan Sun - FRET, April 2001