Straatplassers

Het lijkt er verdomd veel op dat de zomer een aanvang heeft genomen. De terrassen zitten overvol met dom kijkende provincialen, die zich tijdens het nuttigen van hun duur betaalde biertje laten vermaken door lieden met een aftandse gitaar, die menen dat zij voor het vals ten gehore brengen van zogenaamde klassiekers geld mogen vragen. Buitenlandse toeristen versperren, gewapend met uitgevouwen kaart en videocamera, de openbare weg en solliciteren openlijk naar een harde schop voor de Amerikaanse kont, want dat lijkt de enige manier te zijn om deze idioten duidelijk te maken dat ze voor je voeten lopen met hum gelanterfant.
Toeristen, buskers en halve zolen op terrassen zijn erg, maar het ergste van de zomer is dat veel lieden, ook Amsterdammers, menen dat ze vanwege de warme en droge zomer de grond van Amsterdam zelf nat dienen te houden, dus haalt het mannelijke deel van Amsterdam te pas en te onpas de leuter uit de broek en sproeit er lustig op los. In stegen, bij bruggen en metrostations, langs sluipweggetjes en bij diverse hoeken in de buurt van cafés hangt een ware pislucht, die zich bij het passeren van al die plekken je neus in wringt en je de eerste vijftig meter van je wandeling een weeïg gevoel in de onderbuik geeft. Heb je de zure urinelucht doorstaan, dan kun je tijdens het vervolgen van je wandeling precies twee keer opgelucht adem halen, voordat je het volgende punt bereikt dat ondergezeken is. En het wordt erger en erger. Zochten straatpissers vroeger hun heil bij beschutte bosjes of achteraf-steegjes; nu staat men relaxed en op klaarlichte dag met de broek op de enkels het Leidseplein onder te zeiken, zich niets aantrekkend van toevallige passanten. Zo verwordt onze stad langzaam tot één groot openbaar toilet, en het ergste is dat al die plasgasten zich na gedane arbeid weer in het openbare leven storten, zonder de vlerken, waarmee ze hun zweterig geslachtsdeel hebben vastgehouden, en waar wellicht nog enige druppels vocht op gevallen zijn, te reinigen met water en zeep. Met die gedachte in het achterhoofd, en alweer een neus vol pis, wordt bijvoorbeeld geld pinnen een hele opgave. Ik eis daarom van de gemeente dat er deze zomer enkele Melkertbanen gecreëerd worden, waarbij werklozen omgeschoold worden tot anti-pis brigadiers. Deze APB's dienen, uitgerust met een flinke hakbijl, langs de straten te surveilleren en straatpissers meteen lik op stuk te geven. Met andere woorden: afhakken die slurf. Dat zal de viespeukjes leren, en bovendien schijnt het zo te zijn dat zij, die niet opgezadeld zijn met een piemel, te allen tijde de WC verkiezen boven een gehurkt plasje midden op straat. Ik wens u een pislucht vrije zomer toe.