Hoeveel Drinken Jongeren Nu Eigenlijk

Het NIPO heeft uitgezocht dat een kwart van de jongeren ruim twintig glaasjes bier per stapsessie drinkt. Ik denk dat het echter wel meevalt met de veelslemperij van jongeren. De studentencafés die door de jongelui gefrequenteerd worden tappen immers nu niet bepaald volle biertjes. Dit wetende moeten we van het aantal geconsumeerde goudgele rakkers dat door de ondervraagden werd opgegeven minstens vier pils aftrekken. Ook is het zo dat veel mensen na het verorberen van het zesde biertje de tel kwijtraken; Het opschepperige type zal zo rond het zevende biertje krakelen dat dit zijn tiende pint is. Bij het negende biertje zegt de dronkelap dat hij er al veertien achter de kiezen heeft en na het elfde biertje ligt het type laveloos aan de tap, kwijlend dat veertig pils op één avond toch iets te veel van het goede is; metate mutandis kunnen we er dus vanuit gaan dat we van het opgegeven quotum nogmaals zo'n zeven bier af kunnen trekken. Bij deze berekening zijn de krentigerige types inbegrepen die met stalen gezicht hun twaalfde biertje heffen en roepen dat dit pas hun achtste is; dit enkel en alleen om niet zo'n groot deel van de gezamenlijke rekening te hoeven betalen. Maar er is nog iets dat de bierconsumptie rap doet slinken. De ogen van de meeste jongeren zijn vaak groter dan de trek. Er worden bladen vol pils besteld, maar de dienstdoende ober kan een kwart van het bestelde bier zo door de spoelbak gooien omdat de drinkebroeders vol zitten of te dronken zijn om het glas te kunnen ledigen. Trekt u er dus nog maar een pils of drie vanaf. Welnu. Laat de gemiddelde ondervraagde zuiperd aan het NIPO verteld hebben dat hij 25 pils verorbert tijdens zijn stapavond. Na alle afgetrokken pilseriken blijkt nu opeens dat de jongere aan een totaal van elf werkelijk weggeklokte schuimkragen komt. Een aantal dat nog meer daalt daar vooral studenten erom bekend staan nog wel eens een bier of twee uit de poten te laten kletteren. Bedenk dat er tussen het jonge volk altijd figuren zijn die onoplettend zijn, en met een onbehouwen actie het bier omgooien of alle volle glazen van tafel stoten; deze stuntels zijn, door de bank genomen, goed voor alweer twee biertjes aftrek. Als laatste is het horecapersoneel ook schuldig aan de wat hoge inschatting van de bierconsumptie van jongeren. Veel barkeepers schrijven soms stiekem met een zogenaamde vork, dit houdt in dat waneer er één bier besteld wordt het barsujet zonder blikken of blozen vier bier op de rekening afstreept. Dit onsportieve gedrag vermindert het aantal werkelijk gedronken pils met twee. Uit deze rekenwijze, getest en getoetst in de praktijk, blijkt dus dat de gemiddelde jongere zo'n vijf bier per stapsessie achterover slaat, een aantal dat ook meer past bij het bestedingespatroon van jonge mensen. Een bier kost gemiddeld drie gulden; drie vijfjes per stapavond is nog wel op te brengen voor de studerende stumperds. Het NIPO-onderzoek is dus een storm is een vat bier, daarom stel ik de onderzoekers voor eens uit te gaan zoeken waarom stappende studenten en ander jong volk zich zo bezopen moeten gedragen; ze hebben immers maar vijf biertjes achter de witte vullingen? De uitkomst van dat onderzoek zegt veel meer over de erbarmelijke staat van Neerlands toekomst.